Landbouwers zijn verplicht om dieren die buiten staan te beschermen tegen slechte weersomstandigheden. Deze randvoorwaarde is opgenomen in het Besluit houders van dieren. EU-regelgeving bepaalt dat landbouwers gekort moeten worden op hun EU-subsidie wanneer zij zich hieraan niet houden. Uit uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven blijkt dat ook hoge temperaturen en een brandende zon onder slechte weersomstandigheden worden verstaan. Het ging daarbij om zaken waarbij de NVWA had geconstateerd dat dieren onvoldoende beschermd waren tegen deze omstandigheden, bijvoorbeeld omdat er geen schaduwplekken aanwezig waren
De hoofdregel is dat als de bevoegde autoriteit de controle heeft verricht en het rapport heeft opgemaakt, mag worden aangenomen dat het rapport en daarmee de waarneming klopt. Dit is alleen anders als het rapport zelf aanleiding geeft om aan de juistheid ervan te twijfelen of als er twijfel wordt gezaaid over juistheid van het rapport.
Om te bepalen hoe hoog deze korting moet zijn, moet eerst beoordeeld worden of sprake is van opzet óf nalatigheid. Bij opzet is een korting van 20% het uitgangspunt. Is de overtreder alleen nalatig geweest, dan is de standaardkorting 3%. Binnen bepaalde bandbreedtes kan ook een lagere of hogere korting opgelegd worden of worden volstaan met een waarschuwing. Dat hangt af van de ernst en de omvang van de overtreding, hoe lang de overtreding duurt of heeft geduurd en of de overtreder al vaker in de fout is gegaan.