Een pachter en een verpachter sloten medio oktober 2016 een geliberaliseerde pachtovereenkomst voor een perceel grond van 3,5 hectare ten behoeve van een boomkwekerij. De overeenkomst was aangegaan voor de duur van zes jaar, met ingang van 1 september 2016 en eindigend op 31 augustus 2022. In de overeenkomst was een bepaling opgenomen dat deze binnen twee maanden na het aangaan van de overkomst door de pachter ter goedkeuring naar de Grondkamer zou worden gestuurd. De adviseur van de verpachter stuurde de overeenkomst pas op 7 november 2016 naar de Grondkamer.

In juli 2022 verzocht de pachter per brief aan de verpachter te bevestigen dat de met hem nog lopende pachtovereenkomst niet op 31 augustus 2022 eindigde, maar op 31 augustus 2023. Dit omdat de pachtovereenkomst te laat was ingezonden aan de Grondkamer. Begin augustus werd de verpachter gedagvaard door de pachter met als insteek om een verklaring voor recht te krijgen over de einddatum van de overeenkomst.

De pachtkamer overwoog dat de pachtwetgeving bepaalt dat ieder der partijen verplicht is een pachtovereenkomst binnen twee maanden ter goedkeuring aan de Grondkamer in te zenden. Indien hier niet aan is voldaan, gaat de overeengekomen duur van de overeenkomst pas bij de aanvang van het volgende pachtjaar in. Omdat in dit geval de overeenkomst te laat was ingestuurd, was deze sanctie van toepassing.

Volgens de verpachter was dit in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De pachter had zich immers niet gehouden aan de volgens de overeenkomst op hem rustende verplichting de pachtovereenkomst in te zenden. Dit verweer ging volgens de pachtkamer niet op. De pachtwetgeving bepaalt dwingendrechtelijk dat zowel op de pachter als op de verpachter de verplichting rust om de pachtovereenkomst binnen twee maanden in te zenden. Daar kwam bij dat zowel de verpachter als de pachter er van uitgingen dat de verpachter de overeenkomst naar de Grondkamer zou sturen. Het was dus niet zo dat de pachter opzettelijk zich niet aan zijn verplichting hield om zodoende een langer durende pachtovereenkomst te construeren.

De pachtkamer bepaalde dat de geliberaliseerde pachtovereenkomst op 31 augustus 2023 eindigt.