De Borgstellingsregeling Vermogensversterkend Krediet (VVK) voor jonge landbouwers wordt per 1 januari 2020 opengesteld. Met deze borgstelling ondersteunt de rijksoverheid investeringskredieten in de vorm van achtergestelde leningen aan landbouwondernemers binnen een termijn van drie jaar nadat zij de onderneming hebben overgenomen dan wel gestart zijn. Hierdoor wordt de leencapaciteit van een bedrijf dat over voldoende continuïteitsperspectief (o.b.v. een bedrijfsplan) moet beschikken, vergroot en ontstaat extra financiële ruimte om te investeren in duurzame bedrijfsontwikkeling in de periode direct aansluitend op en tot maximaal drie jaar na de start of overname van een landbouwbedrijf (aanvullende investeringen). De investeringen moeten bijdragen aan minimaal één van de onder de meetlat van de Visie LNV genoemde criteria (kringlooplandbouw).
Waarvoor geldt de regeling niet?
Het VVK ondersteunt niet de financiering van de start of de bedrijfsovername zelf: het bedrijf dat ontstaat of zoals het er staat moet in zichzelf voldoende perspectief hebben om zonder aanvullende hulp bestaansrecht te hebben. Het gaat om een prikkel om bij de start of overname extra verbeteringen of vernieuwingen te kunnen realiseren. Om te voorkomen dat het VVK een prijsopdrijvend effect in de markt heeft op agrarische grond en productierechten, is borgstelling bij financiering van dergelijke investeringen met een VVK uitgesloten.
Uitvoering en budget
De bank moet de kredietovereenkomst indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de borgstelling. Er is een budget van € 64 miljoen beschikbaar.