Een nieuw instrument binnen het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) – ingaand op 1 januari 2023 – is de ecoregeling. Met dit instrument kan men een extra premie bovenop de basispremie ontvangen wanneer door het toepassen van eco-activiteiten punten worden behaald op alle van de volgende vijf thema’s: klimaat, bodem en lucht, water, landschap en biodiversiteit.
In de zogenaamde tweede praktijktoets is de werking van deze regeling op het boerenbedrijf getoetst. Het doel van deze toets was te inventariseren wat de impact is op het verdienvermogen van de agrariërs en of de voorgenomen invulling werkbaar, eenvoudig, flexibel en tegelijkertijd doeltreffend is voor de agrariërs. Uit de toets blijkt dat 28 van de 50 deelnemers niet kunnen of willen deelnemen aan de ecoregeling. Dit is met name het gevolg van de beperkte keuzemogelijkheid in activiteiten en de wijze van puntentoekenning op de doelen van de ecoregeling. De ecoregeling voor 2023 bestaat uit 21 activiteiten, maar deze activiteiten zijn niet op elk bedrijf toepasbaar. Voor akkerbouwbedrijven is er vaak onvoldoende keuze. Het blijkt dat het moeilijk is om voldoende punten op landschap en biodiversiteit te behalen, met name in open landschappen. Een ander lastig punt is dat de resultaten van een activiteit mede afhankelijk zijn van externe factoren waar de boer geen invloed op heeft, zoals weersomstandigheden. Dit kan leiden tot een lagere vergoeding, terwijl het bedrijf wel kosten heeft gemaakt en met meerdere activiteiten bijdraagt aan verduurzamingsdoelen.
Mede op basis van deze uitkomsten heeft de minister van LNV besloten aanpassingen aan te brengen in het concept van het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Het NSP geeft aan op welke wijze Nederland het Europese beleid gaat uitvoeren. Dit plan moet nog goedgekeurd worden door de Europese Commissie.