Binnen het Programma Aanpak Stikstof (PAS) waren veehouderijbedrijven, waarvan de stikstofdepositie op een voor stikstofgevoelig Natura 2000-gebied onder de drempelwaarde bleef, vrijgesteld van de vergunningplicht op grond van de Wet Natuurbescherming. Zij konden volstaan met een PAS-melding. Na de uitspraak van de Raad van State op 29 mei 2019 zijn zij alsnog vergunningplichtig.

Het kabinet heeft al eerder toegezegd dat zij de PAS-melders wil legaliseren. In een debat in de Tweede Kamer op 18 juni 2020 heeft de minister van LNV aangegeven dat de PAS-melders nog deze maand een brief krijgen met de vraag of de activiteit nog bestaat en of daar nog een formalisering moet plaatsvinden, ook van de vergunning. Het gaat om ruim 3.600 bedrijven.

Op basis van deze inventarisatie van de benodigde stikstofruimte wil de minister in de zomer of nazomer bekijken hoeveel depositie beperkt of goedgemaakt moet worden om de meldingen te kunnen legaliseren. Belangrijke vraag is wat er gebeurt met het verschil tussen de aangevraagde en de gerealiseerde stalcapaciteit en het verschil tussen de gerealiseerde en benutte stalcapaciteit. Het is daarom van groot belang zorgvuldig te bekijken welke informatie aan de overheid wordt verstrekt.