Landbouwers kunnen in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) alleen in aanmerking komen voor rechtstreekse betalingen als ze voldoen aan de normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van de grond (GLMC’s). In verband met de oorlog in Oekraïne geldt uit het oogpunt van voedselzekerheid in 2023 een vrijstelling voor GLMC 7 (gewasrotatie) en GLMC 8a (4% niet productief areaal op bouwland). Aan de vrijstelling bij GLMC 8a zit echter wel een beperking bij de ecoregeling.
Wanneer een landbouwer een niet-productieve activiteit (groene braak of bufferstrook met kruiden langs grasland/bouwland) wil inzetten in de ecoregeling, mag deze geen vergoeding voor ‘gederfde inkomsten’ ontvangen als nog niet is voldaan aan de 4%-eis van niet-productief areaal uit GLMC 8a. Zolang niet aan de 4%-eis is voldaan, gelden voor deze eco-activiteiten wel de punten, maar niet de waarde. Voor het deel dat boven de 4% uitkomt, telt de waarde wel mee.
Bij de berekening van het niet-productieve areaal wordt gerekend met weegfactoren. Zo geldt bijvoorbeeld voor een heg, een houtwal of een sloot langs een beheerde rand de weegfactor 2. Voor vijvers/poelen of groene braak is de weegfactor 1,5.