Eén van de mogelijkheden om aan de mestverwerkingsverplichting te voldoen, is om het gehele mestoverschot middels één of meer regionale mestafzetovereenkomsten (RMO) af te voeren naar één of meer landbouwbedrijven in de regio. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • Het bedrijfsoverschot bedraagt in het desbetreffende jaar niet meer dan 25% van de productie.
  • De locatie waar de mest naar toe wordt gebracht ligt niet verder dan 20 kilometer van de productielocatie.
  • De mest wordt rechtstreeks (zonder tussenopslag) aangewend op landbouwgrond.
  • Er wordt vooraf een regionale mestafzetovereenkomst gesloten.
  • Op het vervoersbewijs moet mestcode 71 ingevuld worden.

Wanneer niet voldaan wordt aan één of meerdere voorwaarden, is de RMO niet van toepassing en zal een andere wijze aan de mestverwerkingsverplichting moeten worden voldaan. Bijvoorbeeld als niet het gehele overschot is afgevoerd, maar een deel van het overschot in voorraad wordt genomen naar het volgende jaar, wordt niet aan de voorwaarden voldaan en biedt de RMO dus geen oplossing. Er zal dan alsnog voor het gehele mestoverschot een vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) afgesloten moeten worden.

Het is dus raadzaam tijdig te bekijken hoe hoog het bedrijfsoverschot dit jaar is en of minimaal dit overschot middels een regionale mestafzetovereenkomst is afgevoerd.