De minister van LVVN heeft na raadpleging van een Expertcommissie besloten dit jaar de uitrijdperiode voor drijfmest op grasland in heel Nederland te verlengen tot 15 september. Door de extreem natte weersomstandigheden vanaf het najaar van 2023 en dit voorjaar hebben veel agrariërs niet tijdig alle dierlijke mest binnen de gebruiksruimte kunnen plaatsen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat vanaf 1 september kunstmest wordt gebruikt in plaats van beschikbare dierlijke mest en dat dierlijke mest moet worden afgevoerd, terwijl de gebruiksruimte voor dierlijke mest niet altijd volledig benut is. Daarmee zou ook de druk op de mestmarkt verder worden vergroot.
De uitrijdperiodes van mest kunnen worden gewijzigd als sprake is van extreme weersomstandigheden in combinatie met een landbouwkundige noodzaak. Ook moet bij een wijziging rekening worden gehouden met het risico op verontreiniging van de bodem.
Volgens de Expertcommissie kan de verschuiving van de uiterste uitrijddatum mogelijk een gering verhogend effect hebben op de uitspoeling. Door de natte omstandigheden zal de hoeveelheid minerale stikstof in de bodem echter waarschijnlijk niet zo hoog zijn en zal bemesting waarschijnlijk nog kunnen resulteren in een stikstofopname van de gewassen na 31 augustus. Ook constateerde de Expertcommissie dat door de wijzigende klimatologische omstandigheden de groeiseizoenen verschuiven naar later in het jaar en dat gewassen nog later in het jaar groeien en dus stikstof opnemen. Dierlijke mest geeft ook organische stof in de bodem, die goed is voor de bodemstructuur en de biodiversiteit.
De minister wil het formele besluit zo snel mogelijk nemen. Dit besluit zal zo spoedig mogelijk in de Staatscourant worden gepubliceerd.
Opmerking redactie
Op bouwland mocht drijfmest al tot en met 15 september worden uitgereden, mits uiterlijk 15 september een groenbemester (minimaal 8 weken laten staan) of winterkoolzaad voor zaadwinning in het volgende jaar wordt gezaaid of in het aansluitende najaar bloembollen worden geplant.