Verpachter en pachter hadden een pachtovereenkomst gesloten met betrekking tot het gebruik van een perceel grond. In de overeenkomst was opgenomen dat het land zou worden gebruikt voor de teelt van tulpen en de verpachter verklaarde hierin dat het land hiervoor gezond en geschikt was. Nadat de tulpen in het najaar waren geplant, constateerde de pachter in het opvolgende voorjaar dat de tulpen op het gepachte groei- en kleurschade vertoonden. De pachter stelde hiervoor de verpachter aansprakelijk.
Uit onderzoeken bleek dat er bij de aanvang van de pachtovereenkomst een extreem hoge dosering van een onkruidbestrijdingsmiddel tegen knolcyperus in de grond aanwezig was. De pachter vorderde een schadevergoeding van ruim zes ton.
De rechtbank oordeelde dat de verpachter in pachtovereenkomst een garantie had afgegeven dat het land gezond was en geschikt was voor de teelt van tulpen. Dat bracht mee dat op de pachter geen nadere onderzoeksplicht rustte naar eventuele aan de grond klevende belemmeringen, die deze teelt in de weg konden staan. Voor zover het verpachte wegens een niet aan de pachter toe te rekenen oorzaak een staat of eigenschap heeft die de teelt van tulpen in de weg staat, is sprake van een gebrek. Indien sprake is van een gebrek, is de verpachter tekort geschoten in de nakoming van de pachtovereenkomst en gehouden om de daaruit voortvloeiende schade van de pachter te vergoeden.
Het gebruik van het onkruidbestrijdingsmiddel leidde op zichzelf nog niet tot een tekortkoming, omdat dit middel was toegestaan ter bestrijding van knolcyperus. Overmatig gebruik levert wel een tekortkoming op, indien dit overmatig gebruik leidt tot de aanwezigheid van een te hoge concentratie van de werkzame stof en dit tot gevolg heeft dat het land niet geschikt is voor de tulpenteelt. De verpachter betwistte dat hij overmatig van het middel gebruikt had gemaakt, maar kon dit – mede door een gebrekkige administratie – niet bewijzen. Daarom ging de rechtbank hieraan voorbij.
De rechtbank concludeerde dat er een causaal verband was tussen de tekortkoming van de verpachter en de door de pachter geleden schade. De verpachter was daarom gehouden de schade te vergoeden. Deze schade werd vastgesteld op ruim zes ton.