Om GLB-steun te kunnen ontvangen, moeten landbouwers voldoen aan een aantal conditionaliteiten. Deze worden GLMC’s genoemd, d.w.z. goede landbouw- en milieucondities. GLMC 8 vereist dat 4% van het bouwland niet-productief gelaten moet worden. Dit kan worden ingevuld met akkerranden of groene braak, maar ook met aanliggende landschapselementen. In 2023 gold hiervoor een algehele vrijstelling. Dit jaar zou alleen een vrijstelling gelden voor bedrijven met meer dan 75% grasland en biologische bedrijven met maximaal 10 hectare bouwland.
Tijdelijke vrijstelling 2024
De Europese Commissie heeft echter onlangs een verordening aangenomen, waarin Europese landbouwers voor 2024 gedeeltelijk worden vrijgesteld van de braakregeling. Een landbouwer zou ook aan de GLMC 8-eis kunnen voldoen door stikstofbindende gewassen en/of vanggewassen zonder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te telen op 4% van zijn bouwland. Maar een landbouwer kan er ook nog steeds voor kiezen om met braakliggend land of niet-productieve elementen aan de eis te voldoen. De verordening is met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 januari 2024 voor de duur van een jaar.
Doorvoering vrijstelling in Nederland?
Lidstaten moeten voor 1 maart aangeven of ze deze afwijking op nationaal niveau willen toepassen. Het is nog niet duidelijk of Nederland hiervan gebruik gaat maken. De minister van LNV is niet onwelwillend, maar RVO heeft al aangegeven de aanpassing niet meer te kunnen doorvoeren in hun systemen.
Gebruik vrijstelling
Het is de vraag of de tijdelijke vrijstelling veel gebruikt zou gaan worden. Veel bedrijven hebben niet te maken met de 4%-eis of kunnen al op een andere manier aan deze eis voldoen, door de inzet van landschapselementen of niet-productieve bufferstroken of akkerranden.