Zoogkoeien vallen niet onder het stelsel van fosfaatrechten. Voor vrouwelijk jongvee dat bestemd is om een kalf te krijgen, moet men echter wel over fosfaatrechten beschikken. Deze rechten zijn ook nodig voor stierkalveren tot 1 jaar die bestemd zijn om fokstier voor de melkveehouderij te worden.

Zoogkoeienhouders kunnen onder de volgende voorwaarden deelnemen aan een vrijstellingsregeling:

  1. op het bedrijf mogen geen melk- of kalfkoeien of vrouwelijk jongvee voor de melkveehouderij worden gehouden;
  2. er mogen geen vrouwelijke runderen worden ingeschaard van of uitgeschaard naar een landbouwer die niet is vrijgesteld;
  3. het vrouwelijk jongvee op het bedrijf mag nadien niet op een ander bedrijf worden gehouden dat melk produceert voor consumptie of verwerking;
  4. er moet melding worden gedaan van het vervallen van alle toegekende fosfaatrechten. Wanneer een deel van deze rechten is verkocht, moeten deze eerst weer teruggekocht worden.

Als op enig moment in een kalenderjaar niet aan de criteria voor vrijstelling wordt voldaan, is de vrijstellingsregeling niet van toepassing en zal het bedrijf over voldoende fosfaatrechten moeten beschikken voor de op het bedrijf geproduceerde dierlijke meststoffen gedurende het gehele kalenderjaar. Als deze er niet (voldoende) zijn, is er sprake van een economisch delict.

Aanmelding vrijstellingsregeling
Om vanaf 2020 gebruik te mogen maken van de vrijstellingsregeling, moeten bedrijven met fosfaatrechten zich uiterlijk 1 november 2019 aanmelden bij RVO.nl. Wanneer er geen fosfaatrechten zijn toegekend aan het bedrijf, kan men zich aanmelden tot en met 1 december 2019.

Bedrijven die zich vorig jaar reeds aangemeld hebben voor de vrijstellingsregeling, hoeven dat nu niet weer opnieuw te doen.

Let op! De vrijstellingsregeling geldt alleen voor het vrouwelijk jongvee, niet voor stierkalveren tot 1 jaar die bestemd zijn als fokstier voor de melkveehouderij.