De uiterste datum om te starten met weiden is voor melkveehouders die deelnamen aan zowel het Weidemelkschema als de eco-activiteit weiden voor dit jaar verplaatst naar 1 juli. Dit heeft de Stichting Weidegang, in overleg met het ministerie van LNV, besloten. Reden hiervoor is het aanhoudend extreem natte voorjaar waardoor het voor een aantal melkveehouders nog steeds niet verantwoord is om te starten met het weiden van melkkoeien.

Het aantal dagen en uren weidegang dat gerealiseerd moet worden, wordt echter niet gewijzigd. Dit betekent dat voor het Weidemelkschema ten minste 120 dagen en minimaal 720 uren gerealiseerd moeten worden. Voor de eco-activiteit weiden categorie 1 moeten ten minste 120 dagen en minimaal 1.500 uur behaald worden en voor de eco-activiteit weiden categorie 2 ten minste 120 dagen en minimaal 2.500 uren.

Om de eco-activiteit weidegang te kunnen toepassen moet deelgenomen worden aan het certificeringsschema van Qlip. Voor een tijdige uitbetaling van de GLB-premies moet Qlip uiterlijk 15 oktober een verklaring aanleveren bij RVO dat er voldoende dagen en uren gerealiseerd zijn. Indien er op dat moment nog onvoldoende dagen en uren zijn gerealiseerd, is dit nog mogelijk tot 15 november (indien haalbaar geacht). Dit kan leiden tot een vertraging in de uitbetaling.

Opmerking redactie

Gezien het ongewijzigde aantal benodigde dagen en uren weidegang zal het bij een start van de weidegang op of kort voor 1 juli vrijwel onmogelijk zijn hieraan te voldoen. Dit geldt zeker voor categorie 2. Wanneer duidelijk is dat niet aan de voorwaarden kan worden voldaan, is het raadzaam de eco-activiteit terug te trekken of een beroep te doen op overmacht. Deelnemers aan categorie 2 kunnen nog overstappen naar categorie 1. Dit kan door de Gecombineerde opgave te wijzigen.