Wie een gewasbeschermingsmiddel wil gaan gebruiken dat geschikt is voor professioneel gebruik, moet gedurende het teeltseizoen een gewasbeschermingsmonitor bijhouden. Deze moet binnen twee maanden na de teelt worden afgerond. In de gewasbeschermingsmonitor moeten de daadwerkelijk getroffen maatregelen gedurende het teeltseizoen worden bijgehouden, zoals teeltfrequentie, voorvrucht, rassenkeuze, mechanische onkruidbestrijding en gebruikte gewasbeschermingsmiddelen. Op basis hiervan kan de teler zijn beslissingen over de te nemen maatregelen in het komende jaar beter onderbouwen.
De teler is vrij in de administratieve inrichting van de monitor. Het bewaren van perceelsgegevens, afleveringsbonnen van zaad- en pootgoed en facturen van loonwerkzaamheden is al een vorm van administratie. Het niet voldoen aan deze verplichting kan leiden tot een bestuurlijke boete van € 500 op grond van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden.