Jaarlijks worden de hoogste toelaatbare pachtprijzen voor akkerbouw- en grasland, tuinland, agrarische gebouwen en agrarische woningen vastgesteld. De nieuwe normen worden op 1 juli 2019 van kracht.

Los bouw- en grasland
De pachtnormen voor los bouw- en grasland zijn gebaseerd op de bedrijfsresultaten van grote en middelgrote akkerbouw- en melkveebedrijven in de periode 2013 tot en met 2017. De normen zijn in negen van de veertien pachtprijsgebieden hoger dan in 2018. De toename ligt op zo’n 4 à 5% in de pachtprijsgebieden met een gemengd karakter tot 10 à 17% in gebieden met veel melkveehouderij. In de gebieden met veel akkerbouw zijn de pachtnormen gedaald, uiteenlopend van -9% in de Veenkoloniën en Oldambt tot -38% in het Zuidwestelijk akkerbouwgebied. De stijging in de pachtprijsgebieden met overwegend melkveehouderij is te verklaren doordat de bedrijfsresultaten in de melkveehouderij in 2017 beter waren dan in 2012 (het jaar dat in de berekening is weggevallen). De resultaten van de akkerbouwbedrijven waren daarentegen in 2012 veel beter dan in 2017.

Los tuinland
De regionorm voor los tuinland in Westelijk Holland stijgt met 1% naar € 3.141 per hectare. In de rest van Nederland stijgt de norm met 17% naar € 2.431 per hectare. In Westelijk Holland is het merendeel van de bedrijven bloembollenbedrijf, terwijl in de rest van Nederland de bedrijven merendeels uit boomkwekerijen bestaan.

Agrarische bedrijfsgebouwen 
De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen en de pachtprijs voor bestaande overeenkomsten worden verhoogd met 1,72%, gelijk aan de gemiddelde bouwkostenindex over de periode 2014-2018.

Agrarische woningen
De maximale pachtverhoging voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten van voor 1 september 2007 bedraagt 4,1%. De hoogst toelaatbare pachtprijs voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten aangegaan op of na 1 september 2007, wordt verhoogd met 1,7% (inflatiepercentage over 2018).

Aanpassing pachtprijzen
De regionormen en veranderpercentages zijn van toepassing op reguliere pacht, geliberaliseerde pacht langer dan zes jaar en andere pachtvormen waarvoor pachtprijsbescherming geldt. De verpachter kan de nieuwe pachtprijs met ingang van het eerstvolgende pachtjaar na 1 juli in rekening brengen.